Zonder voetbal geen respect

De mishandeling van grensrechter Richard Nieuwenhuizen, die hem uiteindelijk fataal werd, heeft Nederland doen opschrikken. En er was niet alleen verbijstering over deze verschrikkelijke gebeurtenis, maar er werd hier en daar ook alweer veroordeeld. Geert Wilders wees via een tweet beschuldigend naar de bevolkingsgroep die al zo vaak de zwarte piet krijgt toegeschoven.  Daarop barstte er een flinke discussie los over de vraag in welke hoek het probleem gezocht moet worden. Schermafbeelding 2012-12-10 om 10.01.43 PM Pedagogen, antropologen, sociologen, criminologen en andere ogen rolden over elkaar heen in praatprogramma’s, kranten en weblogs. Het zou absoluut geen Marokkanenprobleem zijn maar een voetbalprobleem. Nee, het was het probleem van deze tijd waarin normen en waarden geen knip voor onze neus meer waard zouden zijn, geïndividualiseerd als we zijn. Of is het toch het probleem van de straatcultuur, waarin masculiene testosteron ervoor zorgt dat alle remmen los gaan? Vervolgens kwam men met oplossingsrichtingen aangezet. Deze oplossingen varieerden van ‘terugsturen naar land van herkomst’ tot ‘training zelfverdediging voor grensrechters’, en alles wat daar tussen zit.

Wachten op de volgende keer

Nu inmiddels de uitvaartdienst van Richard Nieuwenhuizen heeft plaatsgevonden en de herdenkingen en bezinningsmomenten zoals de stille tochten, het voetballoze weekend en de 1 minuut stilte achter de rug zijn, nu gaat Nederland weer over tot de orde van de dag. Totdat, morgen, volgende week, over een maand of wellicht vanavond al, ergens in Nederland weer iets gebeurt waarbij een groep jongeren door het lint gaat en een onschuldig iemand het met de dood moet bekopen. Of het nu gaat om strandrellen, X-projecten of welk groepsgeweld dan ook. En dan zal Geert Wilders wéér een tweet op het scherpst van de snede het wereldwijde web op slingeren, zullen de praatprogramma’s wéér gevuld zijn met gogen en logen, zal wéér een stille tocht plaatsvinden en zullen we wéér met ons allen schande spreken van zoveel grof geweld: “Oh oh oh, waar moet dat heen met dit land.”

Maar zolang het volgende geweldsincident zich niet aandient, gaan we in Nederland vrolijk verder met ons dagelijks leven. Natuurlijk gaat dit niet op voor familie en naasten van Richard Nieuwenhuizen. Zij blijven met een onbeschrijfelijke leegte en verdriet achter. En ook bij de voetbalclubs waartoe de daders en de slachtoffers behoorden, zal er nog een hoop verwerkt, bezonnen en gepraat moeten worden, voordat er weer onbezorgd een potje voetbal kan worden gespeeld.

Werk aan de winkel voor jongerenwerkers

Maar er is nog een groep, beter gezegd: een beroepsgroep, die niet vrolijk verder gaat met het dagelijks leven, maar die werk aan de winkel heeft. En dan heb ik het natuurlijk over jongerenwerkers. Werk aan de winkel omdat ze op een pedagogische manier met jongeren werken. Jongeren, onder wie er heus nog wel enkelen te vinden zijn die in staat zijn om een zelfde daad te begaan als de daders die op 2 december bij voetbalclub Buitenboys de vrijwillige grensrechter van het leven beroofden. In de hevige emotie van de wedstrijd en aangewakkerd door groepsgedrag, straatcultuur, of in welke hoek het probleem dan ook mag liggen (daar laat ik me dus niet over uit, ik ben namelijk geen goog of loog).

Bij het jongerenwerk in heel Nederland is momenteel de gebeurtenis in Almere gespreksonderwerp nummer 1. Niet alleen uiten jongerenwerkers hun verontwaardiging over het geweld, maar tevens maken deze professionals van de gelegenheid gebruik om met de jongeren te praten over normen en waarden. Welke waarde hecht je eigenlijk aan het voetballen (of eender welke sport of activiteit)? En welke waarde hecht je dan aan de vrijwilligers die het mogelijk maken dat jullie kunnen voetballen? Waarom rent iemand eigenlijk gratis en voor niets elke zaterdag met een vlag in de hand langs de zijlijn heen en weer? Hoe reageer je zelf op grens- en scheidsrechters in het heetst van de wedstrijd? Welke waarden en normen heb je van je ouders, school of vrienden meegekregen? Wat zijn belangrijke waarden voor jezelf en welke waarden delen we? Welke normen horen er dan bij die waarden? Welke afspraken hebben we eigenlijk met elkaar gemaakt in deze maatschappij? Wat betekent respect nu eigenlijk écht? Want jongeren vragen wel vaak respect van anderen, Poster-zonder_respect_geen_voetbalmaar kun je zelf ook respect tonen aan anderen? En hoe doe je dat dan? En hoe reageer je als Marokkaanse/allochtone/straatcultuur jongere eigenlijk op al die negatieve media-aandacht over jou type jongeren? Ga je je gedragen naar het beeld dat over jou en je vrienden wordt neergezet in de krant en op tv? Of laat je je werkelijke waarden prevaleren door ze ook te uiten en er naar te handelen? ‘Zonder respect geen voetbal’, wat wordt daar eigenlijk mee bedoeld, volgens jou?

Dit normen en waarden debat dat de jongerenwerker met zijn pupillen voert is goud waard. Het versterkt het inlevingsvermogen van de jongeren enorm en leert hen dat er andere opties zijn dan het tonen van agressie of woede. Dat je als jongere niet in de spreekwoordelijke sloot achter je vrienden aan hoeft te springen. Natuurlijk heb ik niet de illusie dat één zo’n gesprek de jongeren totaal verandert. Maar het gaat er in het jongerenwerk om dat elke situatie, of het nu om een geweldincident gaat of een om kleine ruzie over iets pietluttigs in het jongerencentrum, een kans is om met jongeren dat normen en waarden debat opnieuw op te starten. Niet door een les in normen en waarden te geven, maar door praktijksituaties telkenmale aan te grijpen.

Ga alsjeblief weer voetballen

En als dan vervolgens gesproken is met elkaar en de jongeren duidelijk is geworden dat er normen en waarden zijn en dat die er niet zijn om jongeren kort te houden, maar om een samenleving mogelijk te maken, ga dan alsjeblief weer samen voetballen met elkaar. Niet met voetbal als ultieme doel, maar als middel om jongeren de mogelijkheid te bieden om deze normen en waarden en het respect voor elkaar al doende te oefenen en te ontwikkelen. Want normen en waarden die bespréék je niet alleen, die lééf je ook.

Aan jongerenwerkers hoef ik niet uit te leggen dat de activiteiten van het jongerenwerk geen doel op zich zijn. Het jongerenwerk in al zijn verscheidenheid aan activiteiten en methodieken is één groot normen- en waardendebat. Dag in dag uit. Participatie, zelfontwikkeling en sociale vaardigheden zijn het doel. De wijze waarop de jongerenwerker omgaat met de jongeren binnen activiteiten en gesprekken zijn de middelen.

De pedagogische waarde van het jongerenwerk zit hem in het samen bezig zijn met jongeren, en het constant overdragen van normen en waarden, soms onzichtbaar tussen de regels door en soms heel expliciet.  Al doende leren jongeren op eigen wijze normen en waarden toe te passen in de praktijk. En dat gaat heel wat verder dan alleen het aanleren van respect jegens grensrechters. Dat gaat ook over eigen verantwoordelijkheid, zelf werken aan je toekomst, klaar staan voor een ander, liefde en zorg voor familieleden en andere dierbaren, actief burgerschap en zelfexpressie.

Elke overschrijding van de normen en regels binnen de activiteiten of op straat kan de jongerenwerker als aanknopingspunt gebruiken om pedagogische invloed uit te oefenen op de doelgroep. Een jongerenwerker die alleen maar praat met opgeheven vinger mag zich geen jongerenwerker noemen. Nee, een jongerenwerker houdt jongeren een spiegel voor, heeft een voorbeeldfunctie voor jongeren en stelt duidelijke grenzen. Veel jongeren die bereikt worden door het jongerenwerk zijn doeners, geen denkers, dus laat hen dat respect dan ook in de praktijk leren. Fouten maken hierbij mag, want van fouten leren de jongeren. En de jongerenwerker grijpt deze fouten aan om de jongeren opnieuw een spiegel voor te houden.

Respect wordt geleerd tijdens de activiteiten dus ook tijdens voetbalactiviteiten. Laat jongeren bijvoorbeeld zelf eens fluiten tijdens een wedstrijdje en het inlevingsvermogen van jongeren in scheidsrechters en grensrechter zal direct toenemen. Pas dan ervaar je als jongere hoe moeilijk het is om objectief en foutloos te fluiten.

Daarom draai ik de tegelspreuk “Zonder respect geen voetbal” graag om: Zonder voetbal geen respect!